Aansprakelijkheid voor frauderende compagnon in een vennootschap onder firma

Vennoten van een vennootschap onder firma zijn ieder hoofdelijk aansprakelijk voor de nakoming van verplichtingen die de vennootschap onder firma is aangegaan.

 

Ook indien een van de vennootschappen jegens een derde een onrechtmatige daad pleegt kan de andere vennoot aansprakelijk zijn voor de schade die is ontstaan.

 

In een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 15 maart 2011 heeft het Gerechtshof een vergaande aansprakelijkheid aangenomen. In die procedure had een vennoot van een vennootschap onder firma een derde geholpen met als gevolg dat zijn zakenpartner medeaansprakelijk werd.

 

De casus was als volgt. De vennoot had voor een kennis een valse arbeidsovereenkomst met de vennootschap onder firma opgesteld. De kennis was niet daadwerkelijk werkzaam bij de vennootschap onder firma. Maandelijks werd het loon van de kennis overgemaakt van de rekening van de VOF.

 

Met de arbeidsovereenkomst in de hand ging de kennis een hypotheek aanvragen. De bank ontdekte de fraude. De bank vorderde vervolgens schadevergoeding in rechte. De Rechtbank achtte beide vennootschappen van de vennootschap hoofdelijk aansprakelijk voor de schade van de bank. Dit op grond van onrechtmatige daad.

 

De vennoot die niet was betrokken bij het valselijk opmaken van de arbeidsovereenkomst ging in hoger beroep bij het Gerechtshof te Arnhem. Het Gerechtshof was van oordeel dat ook de niet betrokken vennoot aansprakelijk was jegens de bank. Het gegeven dat de vennoot niet bij de handelingen betrokken was, doet volgens het Gerechtshof niet ter zake.