Arbeidsovereenkomst wordt ontbonden wegens weigering overplaatsing

Werkneemster weigert tewerkstelling bij een andere business unit. Het voorstel van de werkgever was in het licht van de omstandigheden van het geval redelijk. Het belang van de werkgever bij overplaatsing van de werkneemster weegt zwaarder dan het belang van de werkneemster.

Aanleiding
Een werkneemster is sinds 1 januari 1989 in dienst bij de rechtsvoorganger van SDU Uitgevers B.V. (SDU). Zij vervulde de functie van advertentieacquisiteur voor de groep Automatisering. Sinds 1 juli 2007 vervult zij de functie van account manager binnen de business unit Bouw. Zij houdt zich met name bezig met advertentiewerving.

In 2008 heeft de werkneemster een affectieve relatie met een collega. Deze collega was ook werkzaam bij de business unit Bouw van SDU. Hij werkte op maandbasis. Per 1 september 2008 is de mannelijke collega in dienst getreden bij Kluwer, de concurrent van SDU. Bij brief van 12 september 2008 heeft SDU aan de werkneemster medegedeeld dat de overstap van haar collega naar Kluwer en haar relatie met hem aanleiding vormen om haar niet te werk te stellen bij de Unit Bouw. Haar werd een overplaatsing aangeboden bij de unit Business Information van SDU. De aanleiding voor de overplaatsing is bescherming van het bedrijfsbelang. De werkneemster wordt overgeplaatst zodat ze niet meer werkzaam is binnen het klantenbestand van de business unit Bouw. De persoonlijke relatie die de werkneemster had met haar ex-collega is te risicovol in verband met verstrengelde belangen.

Kantonrechter
De werkneemster weigert tewerkstelling bij de andere business unit van SDU. Op 24 december 2008 verzoekt zij de kantonrechter de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst onder toekenning van 17.500 euro. Dit in tegenstelling tot het bedrag dat zij vorderde: 103.123 euro. Ze gaat in hoger beroep bij het Hof.

Hof
Het Hof bekijkt of SDU bevoegd was de werkneemster op te dragen dat zij haar werkzaamheden bij een andere business unit moest voortzetten. Geopperd wordt dat daarbij artikel 7:660 BW in acht genomen worden. Bekeken dient te worden of aan SDU de beoordelingsvrijheid toekomt om de werkneemster over te plaatsen. Het Hof is van mening dat de instructiebevoegdheid die voortvloeit uit artikel 7:660 BW niet toereikend is voor de wijze waarop de werkneemster haar werkzaamheden dient te verrichten.

De Hoge Raad heeft bepaald dat op de werkgever en werknemer de verplichting rust zich over en weer als een goed werkgever respectievelijk goed werknemer te gedragen. Met betrekking tot de werknemer brengt dit met zich mee dat hij moet ingaan op redelijke voorstellen van de werkgever die verband houden met gewijzigde omstandigheden op het werk. In het algemeen moet hij hier positief op ingaan, hij mag zulke voorstellen slechts afwijzen wanneer aanvaarding redelijkerwijs niet van hem kan worden gevergd. Hierbij dient onderzocht te worden of het voorstel van de werkgever redelijk is.

Het Hof heeft geoordeeld dat het voorstel van SDU redelijk is. Het belang van SDU bij de overplaatsing van de werkneemster weegt zwaarder dan het belang van de werkneemster. Het Hof is van mening dat de arbeidsrelatie tussen SDU en de werkneemster onder druk zou komen te staan vanwege belangenverstrengeling en loyaliteitsconflicten. Daarbij is het voor SDU is het belangrijk dat het commerciële team van de business unit Bouw in alle vrijheid strategische plannen voor de tegenaanval kan ontwikkelen en daarbij vrijuit kan spreken, zonder dat het gevaar bestaat dat deze plannen bij de directe concurrent terecht kunnen komen. Volgens het Hof zijn dit zwaarwegende belangen. De werkneemster is van mening dat zij met de business unit Business Information geen enkele binding heeft. Dit belang is minder zwaarwegend dan de belangen van SDU. Het aanbod tot overplaatsing is dus redelijk.

 

Bron: www.rechtennieuws.nl