Gemiste provisie door vakantie vergoed

De Arbeidstijdenrichtlijn van de Europese Unie schrijft voor dat alle lidstaten maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat werknemers jaarlijks een vakantie met behoud van loon krijgen toegekend van minimaal vier weken.

Bij werknemers met een vast salaris leidt toepassing van deze regel zelden tot problemen. Dat is anders voor werknemers met een variabel loon.

Een Schotse werknemer wiens salaris voor 60% bestond uit provisie, kreeg tijdens zijn kerstvakantie zijn vaste basissalaris en de provisie die hij in de voorgaande maand had verdiend. De daaropvolgende maand kreeg hij geen provisie, omdat hij die niet had verdiend tijdens zijn vakantie. De werknemer was het daarmee niet eens en stapte naar de rechter. De nationale rechter legde de zaak voor aan het Europese Hof van Justitie.

Het Hof oordeelde dat het leek alsof aan bovenstaande regel was voldaan. Immers de werknemer behield tijdens zijn vakantie recht op zijn gebruikelijke salaris. De werknemer zou echter ervan kunnen weerhouden om zijn vakantie op te nemen door de inkomensdaling in de maand volgend op die waarin hij vakantie had genomen. Dat achtte het Hof in strijd met het doel van de Arbeidstijdenrichtlijn.

Het Hof verwees de zaak terug naar de nationale rechter om de hoogte te bepalen van het loon waarop de werknemer recht had. Gelet op het bovenstaande zal de uitkomst waarschijnlijk zijn dat de werknemer in de maand na zijn vakantie een twaalfde deel krijgt van de jaarlijks door hem verdiende provisie. De provisie die hij misliep door zijn vakantie wordt zo vergoed.

Peter Pijpelink

november 2014