Selectieve betaling en bestuurdersaansprakelijkheid

Wanneer is wel betalen van de ene schuldeiser en het niet betalen van de andere schuldeiser onrechtmatig?
In het arrest van de Hoge Raad van 8 december 2006 (Ontvanger/Roelofsen) is uitgemaakt dat een bestuurder van een vennootschap onrechtmatig handelt jegens een schuldeiser indien deze bestuurder het toelaat dat deze schuldeiser niet wordt betaald en de bestuurder hiervan een (ernstig) verwijt kan worden gemaakt.
Op 23 mei 2014 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen. Dat arrest gaat over de vraag wanneer de bevoordeling van één of meerdere schuldeisers boven andere schuldeisers een onrechtmatige daad oplevert van de bestuurder van de vennootschap.
In deze zaak had een (indirect) bestuurder van een vennootschap, die later failliet ging, er voor gezorgd dat er kort voor het faillissement een substantiele betaling werd gedaan aan de moedervennootschap. De andere schuldeisers werden niet betaald.
De curator was het hier niet mee eens en sprak de bestuurder aan op grond van onrechtmatige daad.
Het Gerechtshof was van oordeel dat de bestuurder aansprakelijk was op grond van onrechtmatige daad. Immers, behoudens rechtsvaardigingsgronden, pleegt een bestuurder een onrechtmatige daad indien er sprake is van selectieve betalingen.
Het Gerechtshof had niet onderzocht of de bestuurder op het moment dat er werd betaald ook wist de vennootschap failliet zou gaan.
De zaak wordt vervolgens aan de Hoge Raad voorgelegd. De Hoge Raad ‘verbetert’ het oordeel van het Gerechtshof. De Hoge Raad overweegt dat voor aansprakelijkheid op grond van selectieve betaling tevens vereist is dat de bestuurder wist of redelijkerwijs had behoren te weten dat de selectieve betaling tot gevolg zou hebben dat de overige schuldeisers schade zouden lijden. In dat kader was van belang het antwoord op de vraag of de bestuurder het faillissement van de vennootschap had voorzien.
De Hoge Raad laat het arrest van het Gerechtshof wel in stand en de bestuurder is derhalve aansprakelijk op grond van onrechtmatige daad.
Voor een bestuurder van een vennootschap in moeilijkheden is het dus ‘oppassen’. Het betalen van ‘bevriende schuldeisers’ en het niet betalen van ‘minder bekende schuldeisers’ kan het risico met zich brengen dat de bestuurder te maken krijgt met een vordering op grond van onrechtmatige daad.

Ronny Nobus

Oktober 2014