Gerechtshof vernietigt beschikking waarbij echtscheiding is uitgesproken

Voor het uitspreken van de echtscheiding is het noodzakelijk dat sprake is van duurzame ontwrichting van het huwelijk (art. 151 BW) Veelal wordt dit aangenomen indien één van de echtlieden dit stelt en wordt door de ander daartegen geen verweer gevoerd.

Inmiddels is duidelijk dat het voeren van verweer tegen de duurzame ontwrichting zinvol kan zijn en er toe kan leiden dat de echtscheiding niet tot stand komt.

In onderhavige zaak hebben partijen de samenwoning nooit verbroken. De vrouw is ernstig ziek en wordt 24 uur per dag door de man verzorgd. De vrouw realiseert zich onvoldoende dat indien de samenleving wordt verbroken de verzorgingsconstructie komt te vervallen.

De vrouw vraagt de echtscheiding aan en deze wordt door de rechtbank uitgesproken op grond van de door de vrouw gestelde duurzame ontwrichting.

De man gaat in hoger beroep. De man betwist de duurzame ontwrichting. De vrouw geeft aan dat zij niet meer getrouwd wenst te zijn maar dat het huwelijk pieken en dalen heeft en de echtelieden niet met en niet zonder elkaar kunnen.

De vrouw voert nog aan dat zij weliswaar is aangewezen op de zorg van de man en er van uit gaat dat dat na de echtscheiding  zo blijft maar dat men apart leeft in de echtelijke woning en niet communiceert.

Het Gerechtshof vernietigt de beschikking waarbij de echtscheiding door de rechtbank is uitgesproken omdat zij van mening is dat geen sprake is van duurzame ontwrichting.

(Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 1 mei 2014, ECLI:NL:GHSHE: 2014:1239)http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHSHE:2014:1239

I. de Dobbelaere-Woets

Mei 2014