Het plegen van een strafbaar feit kan reden zijn voor ontslag!

Een strafrechtelijke veroordeling van een werknemer is niet altijd een gegronde reden voor ontslag. Wanneer deze situatie zich voordoet, wordt gekeken naar de omstandigheden van het geval. een belangrijke factor is of er een verband bestaat tussen het strafbare feit en de werkzaamheden van de werknemer. in een interessante uitspraak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant geoordeeld dat het uitoefenen van een illegale hobby door een werknemer een gegronde reden kan zijn voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

Het betrof in deze zaak een werknemer in dienst van vliegtuigontwikkelaar Fokker. In zijn vrije tijd had de werknemer een illegale vuurwerkcreatie gemaakt. Deze wilde hij testen aan een hek van het vliegveld van de Koninklijke Luchtmacht. Na deze test werd de werknemer door de Koninklijke Marechaussee aangehouden en in verzekering gesteld voor het in bezit hebben van illegaal vuurwerk.

Fokker besloot een ontbindingsprocedure te starten tegen deze werknemer. Ze heeft in deze procedure gesteld dat in de luchtvaart veiligheid één van de belangrijkste voorwaarden is, zo niet de belangrijkste. Het creëren van illegaal vuurwerk en zijn interesses in pyrotechniek (Het maken van vuurwerk) gingen volgens de vliegtuigontwikkelaar dan ook niet samen met zijn werkzaamheden.

De werknemer stelde zich op het standpunt dat de door zijn werkgever gemaakte verwijten een beroep op ontbinding niet rechtvaardigen. De werknemer beweerde nooit kwade bedoelingen gehad te hebben en hij gaf toe onverstandig te zijn geweest. Mocht het toch tot een ontslag komen, dan verzocht de werknemer wel een forse ontslagvergoeding gezien het feit dat de werkgever onzorgvuldig en in strijd met “goed werkgeverschap” zou hebben gehandeld.

De rechtbank besloot echter dat het gedrag van de werknemer volledig voor zijn rekening en risico kwam. Er was namelijk sprake van een bijzondere omstandigheid, omdat de werkzaamheden en de illegale hobby met elkaar in verband stonden. Hierover stelde de rechtbank het volgende:

“In die zin speelt het een rol dat werkgever zich bezighoudt met technologische dienstverlening in de lucht- en ruimtevaart. Juist in die lucht- en ruimtevaart liggen onderwerpen als het experimenteren met vuurwerk, pyrotechniek of anderszins bezighouden met explosieven of middelen erg gevoelig.”

De rechtbank wees het ontbindingsverzoek dan ook toe. Er werd toch een bescheiden ontslagvergoeding aan verbonden, omdat de werknemer al lang bij (21 jaar) Fokker in dienst was en gelet op zijn slechte positie op de arbeidsmarkt.

Deze werknemer werd dus vanwege een bijzondere omstandigheid ontslagen. Deze bijzondere omstandigheid houdt in dat er een verband moet bestaan tussen de aard van het strafbare feit en de werkzaamheden van de werknemer. Was de werknemer bijvoorbeeld een fietsenmaker, dan had dit verband er niet geweest en had het ontbindingsverzoek naar alle waarschijnlijkheid ook niet kunnen slagen.

maart 2014