Boete bij arbeidsongeval terecht? Niet automatisch!

Een werkgever verricht in opdracht van een grote opdrachtgever onderhoudswerkzaamheden tijdens een ‘stop’.

Een werknemer van de werkgever krijgt, ongelukkig, een stukje hout tegen de kin en valt. De werknemer heeft pijn en wordt, volgens het protocol dat geldt bij de opdrachtgever, naar het ziekenhuis gebracht. Na onderzoek blijkt dat de werknemer niets mankeert. De werknemer gaat naar huis en de volgende dag gaat hij aan de slag. Einde ‘oefening’ zou je denken.

Echter, dat bleek een misvatting. Een week na het ongeval nam de arbeidsinspecteur van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid contact op met de werkgever. Hij zou een onderzoek starten en wilde de werknemer en zijn collega’s horen.

De arbeidsinspecteur heeft vervolgens de werkgever, de werknemer en de collega’s van de werknemer gehoord. Op basis van de verklaringen heeft de inspecteur een boete opgelegd aan de werkgever. De boete moet direct worden betaald en de werkgever mag proberen het betaalde bedrag terug te krijgen middels het aantekenen van bezwaar.

De werkgever, hevig verontwaardigd, heeft zich tot mij gewend. Ik heb het dossier gelezen en hem geadviseerd om de boete te betalen omdat dit wettelijk verplicht is. Vervolgens heb ik de betrokken werknemer en zijn collega’s gesproken. De werknemers vertelden mij iets totaal anders dan bleek uit het dossier. In het dossier bevonden zich verklaringen van de werknemers maar die waren niet ondertekend.

Namens de werkgever heb ik bezwaar aangetekend. Vervolgens is er een (telefonische) hoorzitting belegd. Een duidelijk vooringenomen ambtenaar stelde allerhande kritische vragen en het was wel duidelijk dat het bezwaar geen kans van slagen zou hebben. En dat bleek ook want het bezwaar werd ongegrond verklaard.

De werkgever was hevig teleurgesteld. Hij was er van overtuigd dat hem onrecht was aangedaan. Vervolgens is beroep ingesteld bij de rechtbank. Het ingediende beroepschrift was nagenoeg gelijk aan het ingediende bezwaarschrift. Vervolgens bleek de jurist bij het ministerie ‘zenuwachtig’ te worden. De werknemer, het slachtoffer, werd bij herhaling door de jurist van het ministerie benaderd met het verzoek om nog een verklaring af te leggen. Dit weigerde  de werknemer.

De rechtbank heeft vervolgens een zitting ingepland. Kort voor de zitting werd aan mij door het ministerie toegezonden een ‘nieuwe beslissing op bezwaar’. Tot mijn verbazing, en die van de werkgever, werd het door de werkgever ingediende bezwaar alsnog gegrond verklaard!

Kennelijk zag de jurist van het ministerie het niet zitten om met deze schandalige zaak voor de rechter te verschijnen. Uiteindelijk heeft het ministerie ook nog de proceskosten betaald. Natuurlijk heeft het ministerie ook de door de werkgever betaalde boete terugbetaald.

In deze zaak bestond het belang niet alleen uit de terugvordering van de boete. Ook was van belang dat de opdrachtgever van de werkgever, mijn client, alleen zaken doet met bedrijven met een goede reputatie. Een bedrijf met een ‘veroordeling’ wegens een arbeidsongeval loopt een grote kans het contract met de opdrachtgever kwijt te raken.

De conclusie van het bovenstaande is dat er inspecteurs rondlopen die er kennelijk op zijn om boetes te geven. Wees kritisch en realiseert u zich dat het zin heeft om een boetebeslissing aan te vechten.

Ronny Nobus

Januari 2014