Vervangende toestemming internationale verhuizing

De Hoge Raad heeft zeer recent een uitspraak gedaan ( Hoge Raad 4 oktober 2013, nr 12/04606, NJB 2012/2202) met betrekking tot het wettelijk uitgangspunt van gelijkwaardig ouderschap en vervangende toestemming tot verhuizing door de verzorgende ouder naar het buitenland.

De Hoge Raad overweegt dat he belang van het kind bij de afweging van alle belangen van de eerste orde dient te zijn.

Hiermee strookt dat op het uitgangspunt van gelijkwaardig ouderschap een uitzondering kan worden gemaakt, indien de rechter dit in het belang van de minderjarige acht. Het uitgangspunt van gelijkwaardig ouderschap verzet zich dan ook niet tegen het verlenen van vervangende toestemming tot verhuizing naar het buitenland. Wel zal de rechter erop moeten toezien dat aan de gelijkwaardigheid van het ouderschap zoveel mogelijk recht wordt gedaan. Het ouderschapsplan moet daarom voorzien in een zorgverdeling die gelijkwaardigheid zoveel mogelijk waarborgt.

Bovengemelde uitspraak biedt de optie tot verhuizing naar het buitenland ondanks de wet met betrekking tot het gelijkwaardig ouderschap echter biedt verder weinig duidelijkheid nu sprake is van een afweging van alle belangen en het de vraag blijft wat voldoende gelijkwaardigheid van de zorgverdeling is.

I. de Dobbelaere-Woets

januari 2014