Geregistreerd partnerschap om overdrachtsbelasting te ontlopen is niet toegestaan
De Hoge Raad heeft op 15 maart 2013 (LJN BY0548) bepaalt dat het niet is toegestaan om een geregistreerd partnerschap aan te gaan met als enig doel overdrachtsbelasting te ontgaan.
In onderhavige zaak wenste partijen hun gezamenlijke onroerende zaken te verdelen. Indien tussen de deelgenoten sprake is van een gemeenschap van goederen als gevolg van een huwelijk of geregistreerd partnerschap kan verdeling plaatsvinden tussen de deelgenoten zonder dat overdrachtsbelasting wordt geheven (artikel 3.1.b WBR).
Indien vaststaat dat partijen een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan met als doorslaggevend motief het ontgaan van overdrachtsbelasting – en toepassing van artikel 3.1.b WBR in strijd komt met het doel en de strekking van de hier relevante bepalingen in de WBR- is sprake van wetsontduiking. Het gevolg daarvan is dat het geregistreerd partnerschap buiten aanmerking wordt gelaten en een beroep op de vrijstelling van overdrachtsbelasting niet opgaat.
26 maart 2013