Goed informeren van een werknemer bij ontslag is een must
De meest gebruikte ontslagwijze is tegenwoordig het sluiten van een beëindigingovereenkomst. Die bevat vrijwel altijd de bepaling dat de werknemer goed is geïnformeerd over zijn ontslag en dat hij de overeenkomst niet zal ontbinden of vernietigen. Die laatste bepaling houdt geen stand als de werkgever de werknemer niet goed heeft geïnformeerd over zijn rechtspositie of de gevolgen van het ontslag.
Het is al jaren vaste rechtspraak dat een werkgever niet snel erop mag vertrouwen dat een werknemer echt ontslag wil nemen als hij dat in een opwelling doet. Deze jurisprudentie is doorgetrokken bij beëindigingovereenkomst. Dat blijkt uit enkele recente uitspraken. In de eerste zaak had een werkgever twee buitenlandse werknemers die de Nederlandse taal niet machtig waren een beëindigingovereenkomst laten tekenen. Deze overeenkomst was voor hen erg nadelig en hield geen stand. In de tweede zaak ging het om een Nederlandse werknemer die door zijn werkgever niet erover geïnformeerd dat als het afspiegelingsbeginsel juist zou zijn toegepast, hij niet aan de beurt was om ontslagen te worden.
Vertrouw als werkgever dus niet te snel op de bepaling dat de werknemer is voorgelicht over de gevolgen van het ontslag. Neem de tijd om de werknemer ook daadwerkelijk uitgebreid te informeren en dring bij hem erop aan dat hij de beëindigingovereenkomst door een jurist laat toetsen.