Ongeldig ontslag op staande voet
Onlangs heeft de kantonrechter te Arnhem bepaald dat een gegeven ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was, omdat de reden voor het ontslag niet voldoende duidelijk was omschreven.
Uit deze uitspraak volgt dat het van groot belang is dat een werkgever de reden voor een ontslag op staande voet voldoende concretiseert. De kantonrechter oordeelde in deze zaak dat niet aan de vereisten voor een ontslag op staande voet was voldaan omdat voor de werkneemster niet duidelijk was van wie zij welk geldbedrag had gestolen. De loonvordering die door de werkneemster was ingesteld werd toegewezen.
De werkneemster was op 6 mei 2002 in dienst getreden bij de werkgever. De werkneemster was werkzaam als begeleider verzorging van gehandicapte mensen. Sinds 2011 hadden enkele bewoners aangegeven dat zij geld misten en in reactie daarop heeft de werkgever camera’s opgehangen. De werknemers waren hiervan op de hoogte. Op 1 maart 2012 gaf een bewoner aan dat zij € 50,– miste. Op de camarabeelden (die naar aanleiding van deze melding door werkgever bekeken werden) was te zien dat de werkneemster de kast van de bewoner (waar diens portemonnee in lag) opende. Bij het weglopen leek het alsof de werkneemster iets in haar linkerhand hield.
De werkgever ontsloeg de werkneemster vervolgens op staande voet wegens een dringende reden als bedoeld in de wet. Als toelichting werd aangegeven dat de werkneemster zich schuldig had gemaakt aan diefstal. De werkneemster stelde zich op het standpunt dat dit ontslag vernietigd diende te worden omdat de werkgever, ondanks haar herhaalde verzoeken daartoe, zou hebben geweigerd de reden voor het ontslag op staande voet voldoende concreet te maken.
De werkgever gaf hierop aan dit bewust gedaan te hebben omdat nog politieonderzoek gaande was omdat meerdere bewoners aangifte van diefstal hadden gedaan. In een eerder en soortgelijk geval was voor dezelfde aanpak gekozen waarbij tijdens het betreffende politieonderzoek was gebleken dat de destijds betrokken werknemer herhaaldelijk van bewoners had gestolen.
De kantonrechter oordeelde dat de werkgever bij ontslag op staande voet de reden van dat ontslag aan de werknemer moet meedelen. Deze mededeling moet het voor de werknemer mogelijk maken om zijn/haar standpunt met betrekking tot het ontslag te bepalen. De kantonrechter is van oordeel dat de reden in dit geval te vaag en onbepaald was. Voor de werkneemster was niet duidelijk welk (geld)bedrag zij wanneer en van welke bewoner zou hebben gestolen. Het belang van de werkgever bij het strafrechtelijk onderzoek is niet zodanig groot dat de werkneemster hierdoor niet moest worden geïnformeerd over de exacte reden van het ontslag. De kantonrechter concludeerde dan ook dat de werkneemster terecht de nietigheid van het ontslag had ingeroepen en wees haar vordering tot loondoorbetaling toe.
De hele uitspraak kunt u hier nalezen.