Verjaring en asbestzaken

De absolute verjaringstermijn in asbestzaken is 30 jaar. Gezien de lange tijd die verstrijkt tussen de besmetting en het ziek worden, kan dat tot gevolg hebben dat een zaak is verjaard voordat het slachtoffer bekend werd met zijn schade.

Dat is uiteraard zeer onredelijk. Per 1 februari 2004 heeft de wetgever dan ook bepaald dat bij dit soort ‘verborgen schades’, de rechtsvordering tot vergoeding van schade pas verjaart 5 jaren na aanvang van de dag waarop het slachtoffer zowel met de schade als met de veroorzaker daarvan bekend is geworden. Deze regeling geldt echter pas vanaf 1 februari 2004 en dus niet voor schades die voor die datum zijn veroorzaakt.

Asbestslachtoffers die nu geconfronteerd worden met hun ziekte, zijn echter meestal voor 2004 besmet geraakt. De gemiddelde tijd waarna een Mesothelioom zich openbaart is namelijk 38 jaar. Zij hebben dus niets aan de nieuwe ‘5-jaars-verjaringsregel’. Om hen tegemoet te komen geldt voor hen de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers waaruit zij een vergoeding krijgen. Deze vergoeding is echter meestal aanmerkelijk lager dan het geval zou zijn indien zij de aansprakelijke partij zouden kunnen aanspreken.

In twee arresten is vorig jaar wel bepaald dat asbestproducenten tot 1999 de plicht hadden om te waarschuwen voor de gevaren van asbestafval. Asbestafval is met name in de buurt van asbestproducent Eternit (voorheen Asbetona) op grote schaal gebruikt voor terreinverharding. Iedere vrijdag stonden daar grote aantallen inwoner en agrariërs met aanhangers klaar om gratis asbestcementafval, waar vervolgens erven en terreinen mee verhard en geëgaliseerd werden.

De gerechtshoven hebben bepaald dat de waarschuwingsplicht van Eternit in ieder geval tot 1999 niet is verjaard. In 1999 zijn er overheidsmaatregelen getroffen tot sanering van asbestvervuiling, vandaar dat de waarschuwingsplicht voor de producent geacht wordt in dat jaar te stoppen. Eternit heeft echter nooit een algemene waarschuwing laten uitgaan, terwijl zij wel van de gevaren van het door haar aangeboden asbestafval op de hoogte was. Het gerechtshof heeft geoordeeld dat Eternit daardoor tot 1999 onrechtmatig heeft gehandeld en dat de vordering van het asbestslachtoffer in deze zaak dan ook niet was verjaard. Het ging in deze zaak om een vrouw die vanaf de jaren 60 tot 2009 was blootgesteld aan asbeststof via erfverharding en die in 2008 Eternit aansprakelijk stelde. Zij is inmiddels overleden aan de gevolgen van Mesothelioom.

Voor slachtoffers die als werknemer voor 2004 tijdens hun werk zijn blootgesteld aan asbest geldt echter nog steeds de absolute verjaringstermijn van 30 jaar. Slechts in zeer uitzonderlijke  gevallen kan de rechter oordelen dat een beroep op verjaring onaanvaardbaar is. In de meeste gevallen moeten deze werknemers het echter stellen met de in mijn ogen vaak schamele vergoeding vanuit de  Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers.