Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden; de ondernemingsraad krijgt meer bevoegdheden

Ondernemingen met 50 werknemers of meer zijn verplicht om een ondernemingsraad in te stellen. Een ondernemingsraad bestaat uit werknemers die overleg voeren met de bestuurders van de onderneming. Het is dan ook de taak van de ondernemingsraad om de belangen van de werknemers te behartigen. Per 1 oktober 2016 zijn door een wetswijziging de bevoegdheden van de ondernemingsraad uitgebreid.

Alvorens over te gaan tot deze wijzigingen, is het goed om nog eens terug te blikken op de basis van de rechten van de ondernemingsraad. De ondernemingsraad heeft kortgezegd vier rechten: het recht op informatie, een adviesrecht, een instemmingsrecht en het recht tot initiatief.

Het recht op informatie vindt zijn uitwerking in een tweejaarlijks overleg over de algemene gang van zaken binnen de onderneming. De ondernemingsraad heeft namelijk recht op alle informatie die voor de vervulling van zijn taak nodig is. Voor belangrijke financiƫle, economische en organisatorische besluiten heeft de ondernemingsraad een adviesrecht. Dit wil zeggen dat de bestuurder (een niet bindend) advies dient te vragen. Voor besluiten die betrekking hebben op personele regelingen, heeft de ondernemingsraad meer macht. Hiervoor geldt immers dat de ondernemingsraad eerst moet instemmen met de regeling. Tot slot kan de ondernemingsraad ook zelf met voorstellen komen, dit is dan het initiatiefrecht.

De wijzigingen die per 1 oktober 2016 zijn ingetreden, zorgen ervoor dat het instemmingsrecht van de ondernemingsraad wordt uitgebreid als het gaat om pensioenregelingen. De aanleiding van deze wijzigingen waren klachten uit de praktijk dat er sprake was van een leemte met betrekking tot de medezeggenschap.

Tot voor kort had de ondernemingsraad enkel een instemmingsrecht bij de vaststelling, wijziging of intrekking van een pensioenregeling wanneer deze was ondergebracht bij een verzekeraar. Nu heeft de ondernemingsraad dat recht in alle gevallen, dus ook wanneer deze wordt ondergebracht in een pensioenfonds of een premiepensioeninstelling. Overigens bestaat er geen instemmingsrecht wanneer er iets is geregeld in de cao of wanneer er sprake is van verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds.

Een andere wijziging ziet op het feit dat de raad schriftelijk op de hoogte moet worden gesteld wanneer er iets verandert in de overeenkomst tussen de werkgever en de uitvoerder van de pensioenregeling (de uitvoeringsovereenkomst).

De wijzigingen beperken zich dus tot de pensioenregelingen. Desalniettemin in het belangrijk om dit in het achterhoofd te houden. Wanneer de ondernemingsraad immers geen instemming heeft gegeven, kan de ondernemingsraad de nietigheid van het besluit inroepen en indien nodig, naar de kantonrechter stappen.

Ronny Nobus

24 oktober 2016