Wet doorstroming huurmarkt 2015

Afgelopen juni berichtten we u al over de jaarlijkse huurverhoging met betrekking tot sociale huurwoningen. Echter, per 1 juli zijn er ook andere regels ten aanzien van het huurrecht gewijzigd. De Wet doorstroming huurmarkt 2015 is namelijk in werking getreden. De wet beoogt een betere doorstroming van huurwoningen in zowel de sociale als vrije huursector.

Door de nieuwe wet worden met name de mogelijkheden voor tijdelijke huurcontracten uitgebreid. Een deel van de woningen kan zo gemakkelijk worden gereserveerd voor doelgroepen die moeilijk aan passende huisvesting komen. Om dit te realiseren zijn er enkele wijzigingen opgetreden in het Burgerlijk Wetboek.

Ten eerste maakt de nieuwe wet het mogelijk om korte huurovereenkomsten te sluiten. In de wet bestaat deze mogelijkheid al voor bedrijfsruimten, maar nu wordt het dus ook mogelijk gemaakt voor woningen. Wanneer er op of na 1 juli 2016 een huurovereenkomst voor een periode van twee jaar of korter is gesloten, eindigt deze automatisch wanneer de overeengekomen tijd is verstreken. Dit geldt echter enkel voor zelfstandige woonruimten. Bij een onzelfstandige woonruimte, denk hierbij aan een studentenkamer, gaat het om een periode van vijf jaar of korter.

Ten tweede heeft de verhuurder bij deze tijdelijke huurovereenkomsten een informatieplicht. De verhuurder zal uiterlijk één maand voorafgaand aan het verstrijken van de huurtermijn, de huurder schriftelijk moeten informeren dat de huur zal eindigen. Wanneer de verhuurder dit nalaat, ontstaat er een contract voor onbepaalde tijd.

Ten derde is er een speciale regeling opgenomen voor woningbouwcorporaties. Zij mogen deze tijdelijke contracten enkel aanbieden aan doelgroepen die door de minister zijn aangewezen. Hierbij kan gedacht worden aan huurders die tijdelijk in Nederland wonen vanwege werk of studie, huurders die in verband met renovatie tijdelijk hun woning moeten verlaten of huurders die in de noodopvang zitten.

Is de huurovereenkomst gesloten voor een termijn langer dan de respectievelijke twee of vijf jaar, of is er sprake van een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd, dan is het bovenstaande niet van toepassing. Men dient dan alsnog de huurovereenkomst op te zeggen via de in de wet genoemde gronden en termijnen.

Nathalie van Poucke

4 augustus 2016