Rechters zouden het taakstrafverbod ‘omzeilen’

Sinds 2012 is in artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht een taakstrafverbod opgelegd. Op grond van dit artikel is het de rechter niet toegestaan om voor bepaalde misdrijven en bij recidive van een soortgelijk misdrijf een taakstraf op te leggen.

De rechter mag wel een taakstraf opleggen in combinatie met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.

Uit onderzoek is gebleken dat de rechters de afgelopen jaren steeds vaker het taakstrafverbod ‘omzeilen’ door een taakstraf op te leggen in combinatie met een gevangenisstraf voor de duur van slechts één dag. Dit kunnen ze doen omdat er in het artikel niet is vastgesteld van welke duur de gevangenisstraf dient te zijn.

In 2016 legden rechters 622 keer een gevangenisstraf van één dag op in combinatie met een taakstraf terwijl het 4 jaar eerder nog maar 83 keer werd opgelegd.

Rechters zouden dit doen omdat zij in sommige gevallen een taakstraf gepaster vinden. Voor de komst van het taakstrafverbod hebben rechters zich al flink tegen het verbod verzet. Onderzoekers zijn dan ook niet verbaasd dat rechters het verbod op deze manier proberen te omzeilen.

Op rechtspraak.nl is er door rechters op de aantijgingen gereageerd. Zij stellen echter dat ze het verbod niet omzeilen maar dat ze altijd zoeken naar de straf die het beste effect sorteert voor dader, slachtoffer en samenleving. En er zijn nu eenmaal soms misdrijven waarvoor, alle omstandigheden in aanmerking genomen, een taakstraf voldoende kan zijn. Rechters houden dan de celstraf, die ze volgens de wet óók moeten opleggen, zo kort mogelijk. Bijvoorbeeld 1 dag, of de tijd die iemand al in voorarrest heeft gezeten.

Marloes de Houck

24 januari 2017