Kinderalimentatie en bewindvoering

Een situatie welke zich af en toe voordoet is de situatie waarbij de onderhoudsplichtige ouder, kort voor of tijdens een procedure tot vaststelling alimentatie, onder bewind wordt gesteld. Soms met het oog op de procedure.

De vraag is in dat geval of de onderhoudsplichtige bevoegd is de alimentatieprocedure te voeren.

Tijdens het bewind komen het beheer en de beschikking over de onder bewind staande goederen toe aan de bewindvoerder, met inachtneming van de in de wet vermelde voorwaarden (art. 1:148 lid 1 en 2 BW). De bewindvoerder vertegenwoordigt de rechthebbende tijdens het bewind bij de vervulling van zijn taak in en buiten rechte. De bewindvoerder treedt op als formele procespartij ten behoeve van de onderhoudsplichtige ouder.

Het Gerechtshof s’-Hertogenbosch is van mening dat het voeren van een alimentatieprocedure valt onder ‘beheren en beschikken over de onder bewind staande goederen’ nu een dergelijke procedure betrekking heeft op het inkomen en de financiële positie van de onderhoudsplichtige ouder en de uitkomst van de procedure daar ook gevolgen voor kan hebben. De onderhoudsplichtige ouder is derhalve procesonbevoegd in de procedure betreffende kinderalimentatie. Indien de bewindvoerder de procedure niet overneemt van de onderhoudsplichtige ouder is deze niet-ontvankelijk dat wil zeggen hij/zij kan de procedure niet voeren.

Gerechtshof s’-Hertogenbosch 30 augustus 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:3665

30 oktober 2018

Ilse de Dobbelaere-Woets