Journalisten kunnen vanaf nu ook sms- en WhatsApp-berichten opvragen op grond van de Wet openbaarheid van bestuur

De rechtbank Midden-Nederland heeft in haar uitspraak op 28 november 2017 bepaald dat sms- en WhatsApp-berichten onder de definitie van de Wet Openbaarheid van Bestuur vallen, hierna te noemen ‘Wob’.[1] Wat betekent dit nu eigenlijk?

De Wob regelt het recht op informatie van de overheid. In principe is overheidsinformatie altijd openbaar, tenzij de Wob of andere regelgeving bepaalt dat de opgevraagde informatie niet geschikt is om openbaar te maken. Wanneer men inzage wil hebben in bijvoorbeeld het handelen van de overheid, kan met op grond van de Wob een verzoek indienen bij de overheidsorganisatie. Nadat het verzoek is ingediend zal worden beoordeeld of de informatie openbaar mag worden gemaakt.

In het onderhavige geval was door een branchevereniging informatie opgevraagd over een bepaalde bestuurlijke aangelegenheid. Er werd daarbij gevraagd om ‘informatie neergelegd in alle gegevensdragers’ waaronder volgens de vereniging ook sms- en WhatsApp-berichten vielen. 

De rechtbank gaat hier in mee. Voor een verzoek op grond van de Wob is vereist dat het gaat om een ‘document’. Ingevolge de wet is dat ‘een bij een bestuursorgaan berustend schriftelijk stuk of ander materiaal dat gegevens bevat’.  De rechtbank oordeelt eerst dat telefoongesprekken niet onder de werkingssfeer van de Wob vallen omdat deze niet zijn ‘vastgelegd’. Sms of WhatsApp-berichten zijn dat wel aangezien deze meer lijken op e-mails dan op telefoongesprekken. De berichten kunnen dus worden gecategoriseerd als schriftelijke stukken die gegevens bevatten.

Daarnaast betreft het ook gegevens die onder het bestuursorgaan rusten. In de huidige tijd kan deze definitie niet meer beperkt worden tot documenten die op de harde schijf of server van het bestuursorgaan staan. Hierdoor vallen volgens de rechtbank sms- en WhatsApp-berichten die op de telefoons met een abonnement op naam van de bestuursorgaan staan, onder de reikwijdte van de Wob.

Het voorgaande betekent dus nu dat eveneens berichten op de telefoons van ambtenaren kunnen worden opgevraagd.

[1] Rb. Midden-Nederland d.d. 28 november 2017 ECLI:NL:RBMNE:2017:5979 

29 december 2017

Ronny Nobus