De WWZ en doorstart na faillissement: belangrijke wijzigingen per 1 juli

Met ingang van 1 juli 2015 is een nieuwe ontslagvergoeding ingevoerd: ‘de transitievergoeding’. Deze vergoeding komt in de plaats van de kantonrechtersformule. Per 1 juli is er veel veranderd. Zo dient bij de berekening van transitievergoedingen bij ontslag van werknemers, die bij een doorstart vanuit faillissement in dienst zijn getreden, ook rekening gehouden te worden met jaren die de werknemer in dienst was bij de werkgever die failliet is.

Opvolgend werkgever

Door wijziging van art. 7:668a BW is er vanaf 1 juli sprake van opvolgend werkgeverschap indien de werknemer na het faillissement en doorstart dezelfde werkzaamheden verricht. Hiervan is al snel sprake. De voor 1 juli geldende eis, dat er inzicht moest bestaan in de hoedanigheid en geschiktheid van de werknemer, is komen te vervallen. De doorstartende werkgever zal al snel opvolgend werknemer zijn. Dit met de nodige gevolgen van dien. Immers, voor het bepalen van de transitievergoeding zullen de dienstjaren die de werknemer heeft gewerkt bij de werkgever die inmiddels failliet is meetellen. Dit heeft een kostenverhogend effect voor de werkgever.

Vergoeding

Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een werknemer is de werkgever met ingang 1 juli aan de werknemer een transitievergoeding verschuldigd (de werknemer moet dan wel minimaal 24 maanden in dienst zijn. De door werkgevers vanaf 1 juli bij ontslag te betalen transitievergoeding is aanzienlijk lager dan voor 1 juli.

Gevolgen WWZ vanaf 1 juli 2015

Door wijziging van de ketenregeling zijn werknemers bij een doorstart na faillissement eerder voor onbepaalde tijd in dienst. Bij beëindiging van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd dient de doorstarter aan de vanuit faillissement in dienst genomen werknemers (die meer dan 24 maanden in dienst zijn) een transitievergoeding te betalen. Bij de berekening van de transitievergoeding tellen ook de dienstjaren mee van de werknemer in dienst van de gefailleerde onderneming. De door een doorstarter te betalen ontslagvergoedingen worden daardoor veel hoger. De mogelijkheid om een proeftijd in de arbeidsovereenkomst op te nemen worden door de WWZ beperkt.

Het valt te verwachten dat doorstartende werkgevers na 1 juli terughoudender zullen zijn om werknemers direct na het faillissement een arbeidsovereenkomst aan te bieden. Vaak zal er voor worden gekozen om de werknemer ‘te stallen’ bij een uitzendbureau voor de duur van 6 maanden of langer en dan de werknemer pas in dienst te nemen.

Ronny Nobus

juli 2015