De TOM-zitting

TOM staat voor Taakstraf Openbaar Ministerie. Een TOM-zitting, ook wel OM-zitting of officiers zitting genoemd, is een buitengerechtelijke manier van strafafdoening.

In Nederland bepaalt de officier van justitie wie er voor de strafrechter moet verschijnen en wie niet. Echter kan het Openbaar Ministerie (OM) er bij veelvoorkomende eenvoudige vergrijpen voor kiezen de zaak zelf, zonder tussenkomst van een rechter, af te doen door middel van een transactievoorstel. Wanneer er sprake is van recidive of een zwaarder vergrijp zal er geen TOM-zitting plaatsvinden.

De verdachte dient op verzoek van de officier van justitie op een TOM-zitting te verschijnen. De verdachte wordt daar schriftelijk voor uitgenodigd. Een TOM-zitting is een besloten zitting. De verdachte mag als hij dat wenst een raadsman meenemen om hem bij te staan.

Bij een TOM-zitting doet de officier van justitie, nadat de zaak is besproken, een strafvoorstel aan de verdachte. Het staat de verdachte vrij dit voorstel te accepteren. Het voorstel betreft altijd een geldboete en/of een taakstraf maar kan daarnaast ook een rijontzegging of schadevergoeding bevatten. Een voorstel tot een gevangenisstraf behoort echter niet tot de mogelijkheden van de officier van justitie.

Gaat de verdachte akkoord met het aanbod en voert hij de straf naar behoren uit dan is de zaak afgedaan. Wordt de straf niet of niet volledig uitgevoerd dan dient de verdachte alsnog voor de rechter te verschijnen.

Gaat de verdachte niet akkoord met het voorstel dat wordt de zaak sowieso voorgelegd aan de rechter.

Niet alleen straffen opgelegd door een rechter maar ook wanneer een strafvoorstel van de officier van justitie wordt geaccepteerd komt dit op het strafblad te staan.

Het is verstandig om een raadsman te raadplegen voordat u naar een TOM-zitting gaat maar het is daarnaast ook verstandig een raadsman mee te nemen naar de TOM-zitting. Een raadsman kan allereerst, net als bij een zitting bij de rechtbank, uw belangen behartigen maar kan u daarnaast ook informeren over de redelijkheid van het strafvoorstel en adviseren over al dan niet accepteren van het strafvoorstel.

Anneline Nieuwenhuijse

1 maart 2016