De Hoge Raad introduceert een nieuwe rechtsregel ten aanzien van de twintigjarige verjaringstermijn van 3:310 BW

De casus

Een flatgebouw en een parkeergarage in Zandvoort wordt gescheiden door een afscheidingsmuur. Door een deskundige is vastgesteld dat de afscheidingsmuur verkeerd is gebouwd ten gevolge waarvan al veertig jaar een gevaarlijke situatie bestaat. De muur moet daarom worden gesloopt en vervolgens worden hersteld.

De VvE van de parkeergarage heeft vervolgens een verklaring voor recht gevorderd dat de VvE van het flatgebouw als opstalbezitter aansprakelijk is voor de vergoeding van de sloop- en herstelkosten. Ingevolge artikel 6:174 lid 1 BW is de eigenaar van een opstal die een gevaar voor personen of zaken oplevert namelijk aansprakelijk wanneer dit gevaar zich heeft verwezenlijkt.

De VvE van het flatgebouw heeft verweer gevoerd en stelt dat de vordering inmiddels is verjaard. De muur stond inmiddels al veertig jaar scheef en op grond van artikel 3:310 lid 1 BW verjaart een vordering tot schadevergoeding in ieder geval twintig jaar na de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt. Nu de muur al veertig jaar scheef staat, is de vordering van de VvE van de parkeergarage inmiddels teniet gegaan.

De uitspraak

De Hoge Raad[1] overweegt dat de schadeveroorzakende gebeurtenis in dit geval niet kan worden herleid tot één moment. De muur staat immers scheef door jarenlange voortdurende druk. Aangezien het aanvangstijdstip onzeker is, overweegt de Hoge Raad dat de twintigjarige verjaringstermijn begint te lopen zodra de schadeveroorzakende gebeurtenis is opgehouden te bestaan (dit komt grotendeels overeen met artikel 3:310 lid 3 BW die geldt bij milieuschade, maar waarbij een verjaringstermijn van dertig jaar wordt gehanteerd). Dit is opvallend omdat de Hoge Raad eerder[2] heeft overwogen dat artikel 3:310 lid 3 BW enkel en alleen geldt bij milieuschade. Het gevolg hiervan is dat de vordering van de VvE van de parkeergarage nog niet is verjaard.

Conclusie

Gelet op voornoemde uitspraak kan dus worden aangenomen dat de rechtsregel dat de verjaring begint te lopen zodra de schadeveroorzakende gebeurtenis is opgehouden te bestaan, niet enkel meer geldt voor gevallen van milieuschade, maar ook voor overige gevallen waarbij de schadeveroorzakende gebeurtenis niet kan worden herleid.

Heeft u vragen over verjaring, maak dan gratis en vrijblijvend een afspraak.


[1] Hoge Raad 22 maart 2019 ECLI:NL:HR:2019:412  https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2019:412

[2]Hoge Raad 25 juni 1999 ECLI:NL:HR:1999:ZC2934 https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:1999:ZC2934

20 augustus 2019

Nathalie van Poucke